Blogopmaak

Goede voornemens

Janine Brandsen • jan. 08, 2020

De traditie van goede voornemens met nieuwjaar komt uit Babylonië ongeveer 4000 jaar geleden. In die tijd ging het echter over het teruggeven van geleende gereedschappen. Nou heb ik tegenwoordig zelden de Bosch decoupeerzaag van de buren langer dan een dag in de gangkast liggen, dus waarom ieder jaar weer die goede voornemens.


De traditie gaat in de Romeinse tijd verder. In Rome beloofden mensen vaak om anderen goed te behandelen (Behalve dan mensen in arena's die tijdens pauzes bij gladiatorenspelen voor de leeuwen werden gegooid ter vermaak van het wildenthousiaste publiek). Met de opkomst van het christendom ten slotte, werden goede voornemens vervangen door gebeden en vasten.


Betekenis

Tegenwoordig gaan goede voornemens vooral over persoonlijke verbeteringen. Zo ook bij mij. Roken doe ik niet, drinken niet veel, dus mijn voornemen ziet er misschien net even anders uit dan de gebruikelijke. Ik heb me voorgenomen -en dat is mijn doel ieder jaar- om voor iemand van betekenis te zijn in zijn of haar leven. Ik heb het even niet over mijn privéleven, maar over mijn beroepsrol als docent geschiedenis. Iedereen komt in zijn of haar leven mensen tegen die het verschil maken en van wezenlijk belang zijn. Ze zetten aan tot keuzes, zorgen voor die extra motivatie, dat beetje zelfvertrouwen of de troost, precies wanneer het nodig is. Die persoon zijn voor een van mijn leerlingen op het juiste moment, is voor mij als docent, het summum.


Dat kan jij best

Mijn baas bij mijn eerste, echte baan was die persoon voor mij. Iedere keer gooide hij een nieuwe uitdaging op mijn bord en verkondigde met een argeloosheid alsof hij er geen milliseconde aan twijfelde: 'Dat kan jij best.' Het gaf me een ongekend zelfvertrouwen en ik pakte de handschoen altijd op, terwijl ik van nature geen zelfverzekerd of avontuurlijk persoon ben. Het maakte me beter en stuwde me verder. Dus geef ik schouderklopjes, ook aan dat ettertje dat het bloed onder je nagels vandaan haalt soms, zeg ik dat ik trots ben op mijn leerlingen, al ligt de lat niet altijd hoog en ga ik het gesprek aan en wijk ik van mijn les af wanneer ik denk dat daar meer behoefte aan is dan aan de kenmerken van het Stalinisme. 


Niet heilig

Niet dat ik heilig ben hoor. Ik smijt de toetsblaadjes regelmatig door de kamer wanneer een leerling beweert dat de Tweede wereldoorlog ten einde kwam doordat Japan een atoombom op de Verenigde Staten gooide of dat de synode van Dordrecht in 1618 zo bijzonder was omdat Jezus himself de vergadering bijwoonde. Dan denk ik, wat sta ik toch te doen voor die klas en pak vervolgens een glas wijn. Maar toch blijf ik hopen dat er ooit op een reünie, ruim na mijn pensioen, een oud-leerling naar mij toe komt die zegt: 'Mevrouw, u heeft voor mij het verschil gemaakt. Mede door u heb ik dit of dat bereikt.' Dan pas zal ik met overtuiging zeggen dat ik een goede docent ben geweest.


Afbeelding: Babylonisch Spijkerschrift

Janine Schrijft

Share by: