Blogopmaak

Van Duyveltje en Klakkebof naar Cobra 6

Janine Brandsen • jan. 04, 2020

De rook van het vuurwerk van Oud en Nieuw is nog nauwelijks opgetrokken, de exacte schade van de jaarwisseling nog niet bekend en de roep om een vuurwerkverbod wordt steeds luider. Hoe zijn we afgedwaald van het luidruchtig boze geesten verjagen naar hulpverleners molesteren? 


Het vuurwerk kwam in de dertiende eeuw naar Europa in de vorm van het pas uitgevonden buskruit en werd hier vooral als wapen gebruikt in oorlogen. Al vanaf de eerste eeuw werd het in Azië gebruikt om religieuze feesten en rituelen op te leuken, zo ook bij de jaarwisseling.


Ontstaan van vuurwerk

Wetenschappers zijn het, zoals vaak, niet met elkaar eens of het vuurwerk in China of in Bangladesh is ontstaan. De meerderheid denkt het laatste en wel omdat de Bengalen salpeter, het hoofdingrediënt van vuurwerk, gebruikten als zout. Volgens een theorie zou bij het koken wat salpeter in het vuur zijn gemorst en zou op deze wijze de werking ervan zijn ontdekt. 


Vuurwerkshows

De kanonniers die het buskruit -salpeter, zwavel en houtskool- in Europa op het slagveld moesten bedwingen, waren in het begin niet erg succesvol. Regelmatig ontplofte het buskruit met kanonnier en al. Steeds meer werd het beheersen van de explosies gezien als een bewijs van kunde en macht en dat maakte indruk. Misschien was het tonen van hun vakmanschap de reden waarom kanonniers vuurwerkshows gingen organiseren of was het stoerdoenerij. Het publiek werd vermaakt door aan het buskruit stoffen toe te voegen die sensationele kleuren en vormen creëerden. De vuurwerkshows werden hét spektakel aan het Franse hof in Versailles, bij de kroning van James II in Londen en bij de viering van de Vrede van Utrecht op de Hofvijver in Den Haag in 1713.


Oud en Nieuw

In Nederland wordt sinds de Germaanse Joel- en midwinterfeesten, waarvan ook de traditie van kerstbomen met lichtjes afgeleid is, de overgang van oud naar nieuw gevierd door veel lawaai te maken om boze geesten te verjagen. Zingend trok men door de straten, maakte herrie met potten en pannen, ontstak vreugdevuren en schoot soms met carbid en vuurwapens. Ook toen al probeerden stadsbesturen al dat leut te beteugelen. In de zestiende eeuw verbood Amsterdam, met weinig resultaat, het 'nieuwjaarszingen'. Dordrecht verbood de vreugdevuren in de achttiende eeuw om de grotendeels houten stad niet in vlammen te zien opgaan. Hoe actueel! En Gouda waarschuwde in 1732 de inwoners voor het gevaar van 'duyveltjes, klakkebossen en voetsoekers op de publyque straten'.


Van Duiveltjes hebben we nog steeds last. Mensen die een eeuwenoude traditie misbruiken om net als de kanonniers vroeger, hun macht te laten zien bij het -proberen te- beheersen van de explosies in een denkbeeldige oorlog.


Bronnen: 

https://historiek.net/geschiedenis-van-vuurwerk/9933/ 

https://historiek.net/waerschouwinge-duyveltjes-en-voetsoekers-op-publyqye-straten/39519/

Janine Schrijft

Share by: